Reizen – Vakantie

Vanochtend ging het waaien en toe dachten we dat het (joepie!) eindelijk ging regenen!! Maar helaas, weer niet!

Vandaag weer rustdag. Het is nu bijna 12 uur als ik dit schrijf en ook de stukjes van gisteren en eergisteren zijn dus op deze dag geschreven. Eigenlijk moet je dat schrijven bijhouden, want anders vliegt alle informatie weg :).

Een heel boek gewoon uitgelezen vandaag: De Delta Deceptie van Dan Brown. Bijzonder spannend en bijna in één ruk uitgelezen. Daarn aan de Da Vinci Code van dezelfde schrijver begonnen en die is nog niet uit, ondanks dat ik best snel lees.

Naja, kort stukje vandaag. Ik kan alleen maar zeggen, wie weet komt er regen vannacht, maar er op hopen doe ik niet meer. *zucht*

Vandaag onze eerste ‘echte’ excursiedag. Het plan is om het schooltje en het ziekenhuis te bezoeken waar Betsy’s vriendin Marga een hoop regelt.
P.S. Het heeft trouwens niet geregend vannacht!!

Eerst onderweg even getankt, daarna doorgereden naar Brikama, Via Sifoe en Gunjur naar Berending gereden, waar het schooltje en ziekenhuisje is. Bij de school een enorme vracht bijzonder enthousiaste kindertjes die ons kwamen begroeten. Het was net speelkwartier en wij ’toubabs’ werden hartelijk ontvangen door de leraren en de mensen die zaken regelen voor de stichting ‘Pallum’. Een heleboel foto’s gemaakt van de kids tot het spelen over was. Vervolgens moesten de kinderhandjes gewassen worden van de kleintjes. Het betreft hier de groepen daycare (3 jaar), nursery 1 tot en met  3 (4 tot en met 6 jaar) en 1st grade (7 jaar).
We kregen een rondleiding van één van de Gambiaanse mensen van de organisatie. In bijna elke klas werd er voor ons gezongen en gedanst en in de hoogste klas, de 1st grade, werd er een demonstratie spellen gegeven. Er is ook een klasje voor doofstommen met op dit moment 4 kinderen en een blindenklasje van 2 kinderen. We hebben onder het genot van een sapje nog even met Marga gepraat. Het blijkt dat er per jaar zo’n € 5000,- euro nodig is om de school draaiende te houden met een redelijk salaris voor de teachers en, heel belangrijk, niet te grote klassen. We hebben nog wat meegebracht materiaal achtergelaten, wat schriftjes, pennen en potloden. Onderweg naar het ziekenhuisje werden we uitgezwaaid door diverse kinderen die inmiddels uit school waren. De school begint hier namelijk om halft acht ’s morgens en eindigt om één uur ’s middags, de first graders moeten zelfs nog een uurtje langer.

In het ziekenhuis een rondleiding van de dokter gehad door het ziekenhuisje wat dezelfde Marga heeft opgezet. Het is klein, maar voor deze gemeenschap een uitkomst. Er is ook door Kinderhulp Gambia een Delivery Center gesponsord, waar vrouwen veilig kunnen bevallen. Tegenwoordig komen de vrouwen daar bevallen in plaats van thuis, wat veel gevaarlijker is. De dokter maakte duidelijk dat er ongeveer 2 tot 3 bevallingen per week uit de hele omgeving zijn. Wij hebben helaas daar geen zinnige spullen achter kunnen laten, het is ons vakgebied niet. Medicijnen tegen bijvoorbeeld malaria kunnen we helaas niet regelen.

Weer onderweg om een plek voor de lunch te vinden. Na wat denkwerk had Besty een leuke plek gevonden die heel erg onbekend is bij de toeristen, namelijk The Art Village van kunstenaar Etu. Onder een afdakje lekker gepicknickt met tuna-salad en ander beleg. Even rondgelopen op het terrein, waar ander kunstenaars ook kunnen wonen en werken, ook uit Europe zijn er wel eens mensen geweest. De village is erg primitief met zogenaamde mudhouses, huizen gemaakt van modder met een rieten dak. Er waren er twee ingestort vanwege de termieten die de mudhouse aanvreten en vervolgens het regenseizen met de nodige wind en regen er overheen. Ook de expositieruimte was in slechte staat, het dak was helemaal kapot. Ondanks dat toch in het huis van Etu nogwat kunst bekeken, niet helemaal onze smaak, maar wel mooi en zeer kleurig.

Vervolgens naar de vismarkt van Tanji via Gunjur en Sanyang. Een enorme bedrijvigheid op het strand van boten die gelost worden, vrouwen die de geloste vis vervolgens weer kopen om ze schoon te maken weer te verkopen aan de rokerijen, hotels of andere handelaren. Bijzonder druk, maar volgens Betsy is het normaale wel twee keer zo druk als er voldoende handel is. Ook nog een een rokerij in geweest, waar de rook gelijk op ogen en longen slaat. Het rook overigens ook heerlijk naar gerookte vis.
Onderweg naar huis via Sukuta nog even bij een strandje gestopt, door Betsy de ‘boabab beach’ genoemd. Daar een cola-tje en een fanta-tje gedronken, niet helemaal koud en er moest een half uurtje op gewacht worden, maar daarna smaakte ie ook wel heerlijk.

Moe maar voldaan teruggekomen en eventjes wat water over het gezicht gegooid en aan het diner aangeschoven. Dit keer witte vis met spaghetti en aardappelschijfjes en, wat San niet heeft gemerkt en wat ze vies vind, prawns ofwel garnalen! Fruit als toetje, daarna een douche en naar bed, heerlijk.

En misschien dat het vannacht wel gaat regenen!! Welterusten!

Het heeft vannacht niet geregend, we hadden het wel verwacht. Het is een erg benauwde nacht geweest, het voelt vanmorgen wel wat koeler aan en we hebben lekker, en hopelijk koel, stranddagje vandaag.
Na een lekker rustig ontbijt hebben we wat gekletst over de stress met Ismaila’s arm, hij heeft namelijk een tijd geleden een ongeluk gehad en zijn pols gebroken, het heelt alleen niet goed en de medische zorg is hier niet super. Ze zijn bezig met een (mogelijke) operatie in Nederland om dat het niet goed zit, de pols staat scheef.

Hierna met de auto (een stevige Opel Monterey) gingen we met de auto richting de tourist-area. Betsy weet daar een klein strandje met ook een zwembad en een bar/restaurant, genaamd La Piroque, waar vrijwel geen toeristen komen. Er komen heel veel mensen die bekend zijn in de buurt, zoals ambassade-personeel e.d. Helaas was het nog niet open, het was het seizoen nog niet. A.s. vrijdag 9 oktober waarschijnlijk wel en kunnen we daar lekker op het strand of bij het zwembad liggen.
We zijn verder gereden naar het Kairaba Hotel in Kololi, gewoon naar binnen gelopen en een bedje geregeld. Heerlijk gerelaxed. Geluncht met tuna en corn op een half-baguette met een watertje erbij, het toppunt van luxe toch?
Alleen zijn de prijzen in dit 5-sterren htoel ook navenant. We betaalde voor twee verse sapjes en de lunch 750 dalasis, dat is omgerekend naar de huidige koers (100 dalasis = € 3,90) in euro’s iets van 28 euro! Dat is voor Gambiaanse begrippen een vermogen, een gemiddelde Gambiaan met een redelijk baan zit op maximaal 100 dalasis, maar zelf voor ons een stevig bedrag, we blijven Hollanders hè 😉

Betsy kwam ons zo rond half zes ophalen om weer terug te gaan naar de compound, ook weer heerlijk gegeten op zijn Gambiaans, één schaal en iedereen schept uit de schaal. Vandaag was het ‘white rice’ met kip en uiteraard wat uitjes en zelfs wortels, moeilijk verkrijgbaar en prijzig hier.

Nou, weer een dag voorbij. De tijd vliegt hier superhard. Lekker slapen nu, zou het morgen wel gaan regenen?

Het is even wennen zo slapen in de tropen. Ondanks dat we in een lekker koel hutje slapen, het heeft veel ramen, blijft het warm. Het is hier nu het eind van de regentijd en dus blijft het best vochtig (en warm). Om een uur of acht toch maar uit bed gestapt en opgefrist. Rustig ontbeten MET hollandse kaas die wij voor gastvrouw Betsy hadden meegenomen. Na het eten nog even rustig zitten praten, ondertussen kennen we de hele historie van Betsy en Ismaila.

We hebben op het gemak geacclimatiseerd en even gekeken wat we de komende periode allemaal willen en kunnen doen, dat alles onder het genot van een kopje koffie met, ook uit Nederland meegebrachte, stroopwafels :lol:.
Morgen (zondag) wordt het in ieder geval een strand-dagje, maandag een dag toeren langs de kust en woensdag waarschijnlijk een dag uit met de ferry (veerboot) van Banjul naar Barra, aan de noordzijde van de rivier The Gambia. Vandaar is het de bedoeling dat we doorrijden naar James Island, een voormalig slaven-eiland.
Uiteraard is het allemaal afhankelijk van het weer en hoe vermoeid we zijn.

Maar nu weer verder met dag 2. Zo halverwege de middag op bezoek geweest bij een zus van onze gastheer Ismaila. Zij was bevallen, het was een lief klein poppetje van slechts 3 dagen oud. Het drinken van attaya, hele sterke Chinese thee met heel veel suiker, hoort bij dit soort ‘speciale’ gelegenheden en je krijgt dus een aantal glaasjes aangeboden. Ondertussen komen alle verschillende leden van de ‘family’ binnen om je de hand te schudden. “Hi, how are you?”… “Fine, fine”.

Je raakt soms de draad kwijt hoe relaties hier zitten. Erg gecompliceerd soms vanwege bijvoorbeeld het feit dat als een vrouw geen kinderen kan krijgen, de man een tweede vrouw mag nemen, beiden zijn echter ‘mother’. Bij bijvoorbeeld een overlijden van een ‘husband’, wordt de vrouw soms ‘overgenomen’ door een broer en wordt er gehertrouwd. Halfbroers en -zussen komt hier relatief vaak voor. Nichten, ooms, halfzussen, zussen van stiefzussen… Alles is ‘one big family’ en iedereen helpt elkaar.

Op de terugweg nog even gestop bij de investering van Betsy en Ismaila: een business-center. Hierin worden een garage gevestigd, met daarbij ook een welder-shop (laswerk) en een tire-shop (banden) enzovoorts. Het pand is al voorbereid op uitbreiding met nog een verdieping voor eventuele andere winkels. Het center wordt gebouwd vlak langs de weg tussen Brikama en Yundum, vlakbij het kruispunt met de weg naar de Tourist Area én het vliegveld. Waarschijnlijk dus best een goede plek voor het business-center. Ismaila is één van de meer ‘educated’ mensen in The Gambia. Hij heeft slim ondernemen door: repareer een auto vóórdat je hem helemaal kapot rijdt, want dat kost minder. Sommige busjes hier rijden zo’n 12.000 km in een week of vijf, dus onderhoud is zeker verstandig EN nodig. Volgens Ismaila begrijpen een hoop Gambianen dit niet, die rijden hun wagen kapot en gaan dan nieuwe onderdelen kopen in plaats van goed onderhoud te plegen in eerste instantie. Hij lijkt bijna een Europeaan in zijn denkwijze, ten opzichte van een groot gedeelte van de bevolking is dat vrij uniek.

Bij terugkomst op de compound stond het eten bijna klaar: Ladyfish met fried rice, uitjes, wortel, kool, gewone ‘potatoes’ en sweet potatoes. Gefrituurde ladyfish is prima te eten!!
De dag van vandaag was trouwens bijzonder benauwd, zelfs de ‘family’ zucht dat het ’too hot’ is. Misschien dat er vannacht een regenbui komt, het zou bijzonder prettig zijn, want dan koelt het tenminste een stukje af.

Na nog een avond op het terras met water en baobab-juice weer een warme en vermoeiende dag voorbij.

’s Morgens vroeg opgestaan en opgehaald door paps en mams, die ons naar Schiphol gingen brengen. Om kwart over zes stipt stonden ze voor de deur. Even inladen en wegwezen dan maar. Prima op tijd op Schiphol voor vlucht OR449 om tien uur ’s morgens. Na wat gedoe met de bagage – de handbagage was namelijk vier kilo te zwaar en we moesten dus wat overladen – nog even een bakkie thee en capucinno gedaan.
Bij de gate konden we bijna gelijk doorlopen in het vliegtuig en onze plekjes op 28E en F opzoeken. Met een klein half uurtje vertraging gingen we onderweg, eerst naar de tussenstop Las Palmas en dan door naar Banjul, waar we prima op tijd aankwamen. Bij het uitstappen uiteraard gelijk een dreun in je gezicht van de warmte die er hangt. Vervolgens via een vrij smal halletje de douane langs, de bagage pakken en die weer door een scan, maar na een 20 minuten waren we er doorheen 😆 .

Vlak na de scan-controle stond onze gastvrouw Betsy, waar San stevig mee heeft gemailed, ons al op te wachten. Een gezellige kwebbeltante van, hoorden wij later, 59 jaartjes jong (maar met een geest van 20). We kregen gelijk water ingeschonken, want het is hier zo warm dat je wel moet blijven drinken.
Na zo’n kwartiertje rijden (met 2 lifters, één rastaboy erbij, ya man) kwamen we bij de compund van Betsy en haar man Ismaila aan in Farato. De tassen en koffers werden in ons ‘ronde hutje’ neergezet en we maakten kennis met iedereen:

  • Neneh: een nicht van Ismaila
  • Ishaka: een broer van Ismaila
  • Fatou: de hulp in de huishouding
  • Barrow: nog een broer van Ismaila
  • En natuurlijk Snoopy de huishond

Het hutje/huisje is echt super, ruim portaaltje, slaapkamer erachter met een klamboe boven het bed en een klein maar fijn badkamertje. Er komt alleen koud water uit de kraan, maar als er iets lekker is in Gambia, dan is het wel je hoofd onder een kouwe douche stoppen.

We werden verwelkomt met een baobab-juice, wat echt heerlijk verfrissend is (en overigens ook goed voor de stoelgang). Na wat geluierd en gekletst te hebben, wat het in no-time half acht ’s avonds lokale tijd en was het tijd voor het eten.
Fatu had een schaal gemaakt met een mix van spaghetti, aardappelschijfjes en heerlijk gekruide kip!! Een beetje zoet-zure komkommer erbij we zaten tot onze huig aan toe vol. Overigens hebben we op zijn Afrikaans gegeten, één schaal en iedereen schept er gewoon uit. Vers fruit en een kop thee maakten het diner compleet.

Na een best vermoeiende dag lekker gaan slapen onder de klamboe. Op naar dag 2.